Boer Leon proefde vorige maand zelf gecultiveerd vlees en hij weet nu zeker: 'Ik wil m'n koeien laten leven.'
Datum gepubliceerd
Foto : Lobke Kapteijns
Veehouder Leon Moonen uit Sint-Oedenrode proefde eind juli gecultiveerd rundsvlees tijdens een exclusieve proeverij bij Mosa Meat in Nederland.
Leon hoopt in de toekomst een kweekvleesboerderij te openen op zijn erf.
De vooruitstrevende veehouder is duidelijk: “Kweekvlees smaakt naar vlees, het ziet eruit als vlees, het is echt vlees. Het komt van een dier.
Alleen het proces dat normaal gesproken in de koe gebeurt, vindt nu plaats buiten het dier.”
Lange tijd wist hij niet hoe kweekvlees smaakte. Ruim een week geleden mocht hij eindelijk proeven bij een proeverij van het Nederlandse kweekvleesbedrijf Mosa Meat in Maastricht.
Hij vond het resultaat fantastisch. “De hamburger was super juicy, had een heel goede smaak. Na twintig seconden proefde ik ‘m nog. Heel erg bijzonder.”
Voor Leon is de proeverij extra bijzonder, want de cellen die gebruikt werden om dit specifieke kweekvlees te ontwikkelen, komt van zijn runderen.
Hij is graag boer en wil blijven vlees maken van zijn koeien maar zonder ze daarvoor nog te hoeven slachten.
Vijftien van zijn 55 natuurrunderen zijn tot nu toe vier keer per jaar gebiopteerd. Dat betekent dat een dierenarts een heel klein stukje weefsel uit de bil van de koe haalt.
Het nemen van een biopt is pijnloos, omdat het dier plaatselijk wordt verdoofd.
Deze cellen gebruikt Mosa Meat voor het maken van slachtvrij vlees.
In het dagelijks leven beheren de koeien van Leon (limousin en hooglanders) natuurgebieden zoals het nabijgelegen Vresselse Bos.
Dat maakt dat zijn dieren erg geschikt zijn voor Mosa Meat: ze zijn veel in de natuur, krijgen geen antibiotica en staan bekend om hun smaakvolle vlees.
Leon hoopt dat het slachtvrij vlees van zijn dieren snel op de markt beschikbaar zal zijn zodat hij ook zijn klanten kan laten genieten van de smaak.
Leon is niet de enige boer die positief staat tegenover slachtvrij vlees. Onderzoekers van de Royal Agricultural University (RAU) spraken met ruim 80 boeren voor een groot nieuw onderzoek. Britse boeren vertelden onderzoekers van de RAU dat ze 'alternatieve vleesproducten' niet als een groot gevaar zagen.
Professor Tom MacMillan, die het onderzoeksteam voor de in Cirencester gevestigde RAU leidde, zei: "Natuurlijk was er bezorgdheid maar er was ook nieuwsgierigheid. Boeren zijn echt bezig met de praktische mogelijkheden, leveren van ingrediënten voor de technologie en misschien ook productie-eenheden op hun eigen boerderijen.”
De inmiddels bekende 'plantaardige eiwitten' die je in alternatieve hamburgers, worsten, spek en kipproducten vindt, bestaan allemaal uit soja, erwten of andere plantaardige eiwitten. Er zijn al veel Britse boeren die aan deze sector leveren.
Voor kweekvlees, zijn ook ingrediënten als koolzaadmeel nodig omdat de cellen moeten gevoed worden. Koolzaadmeel is een restproduct van koolzaad nadat het is uitgeperst om de olie te verkrijgen. Boeren als Dom Morris onderzoeken de mogelijkheid om dit product te verkopen aan de kweekvleesindustrie. Zo kunnen ze van een afvalproduct een bron van inkomsten maken.